Gemeente Katwijk draagt bij aan vernieuwing tentoonstelling Romeinen in het Torenmuseum in Valkenburg
Het Torenmuseum in Valkenburg gaat de huidige tentoonstelling over de Romeinen vernieuwen.
De gemeente Katwijk draagt, naast de Provincie Zuid-Holland, het Prins Bernhard Cultuurfonds en
wijkraad Valkenburg bij aan deze vernieuwing om de beleving van Romeins erfgoed in de
gemeente te versterken.
De Romeinse tentoonstelling van het Torenmuseum wordt nu zo’n 20 jaar tentoongesteld. In de loop
van de jaren zijn veel nieuwe wetenschappelijke inzichten en opgravingen gedaan, waardoor
sommige informatie verouderd is. Met de bijdragen kan het Torenmuseum de huidige
tentoonstelling aanvullen en in een nieuw jasje steken. “Wij zijn heel blij met de bijdragen waarmee
we een moderne tentoonstelling kunnen maken.
Website Rijnlandse Geschiedenis viert eerste lustrum
De website Rijnlandse Geschiedenis bestaat vijf jaar. Het eerste lustrum
wordt gevierd op 23 november in het Katwijks Museum en begint om 14:00 . Het programma bestaat uit
een drietal lezingen en de presentatie van een bijzonder boek.
Drie archeologen geven voor genodigden lezingen over de archeologie in Rijnland. De
onderwerpen zijn het ontstaan van Middeleeuwse dorpen, wat afval ons kan leren en
sporen van de Tweede Wereldoorlog.
Als verjaardagscadeau ontvangen de historische organisaties die zijn aangesloten bij
Rijnlandse Geschiedenis een boek. ‘Een Ambacht aan de Rijnmond – Valkenburg en
Katwijk in de Middeleeuwen’ is het laatste grote werk van de onlangs overleden
streekhistoricus en amateurarcheoloog Dik Parlevliet. De burgemeester van Katwijk,
Cornelis Visser, overhandigt het eerste exemplaar aan Arend Parlevliet, de broer van de
auteur.
Rijnlandse Geschiedenis is er voor iedereen die geïnteresseerd is in het erfgoed en de
historie van onze regio. De website benadrukt de samenhang in de gezamenlijke
geschiedenis en versterkt de uitwisseling tussen allen die zich ermee bezighouden. De
website is uitgegroeid tot een niet meer weg te denken bron van kennis over de
Rijnlandse Geschiedenis.
Zie ook www.rijnlandgeschiedenis.nl
Ledenavond met Jasper de Bruin
Romeins Valkenburg:
Veel grootser dan gedacht
De zaal in het Dorpshuis is afgepakt op 24 oktober voor de lezing van Jasper de Bruin over Romeins Valkenburg. Hij lost de verwachtingen van de toehoorders in: zelfs voor ingewijden heeft hij veel nieuws. Bijvoorbeeld over de stedelijke proporties van Praetorium Agrippinae en de intensieve bebouwing van het complete gebied. Of over de spectaculaire vondsten die zijn gedaan, zonder dat deze bekendheid zijn geworden. Na de voordracht wordt er dan ook nog lang nagepraat in de Brasserie.
Er zit beweging in het Nederlandse deel van de limes, de grens van het Romeinse rijk. Niet in de zin dat de grens wordt verlegd, maar er wordt wel steeds meer bekend over de keten van forten aan de Nederlandse Rijn. Die strekte zich van de Brittenburg in Katwijk tot Carvium ad molem, 'Carvium aan de dam' in de Bijlandse waard bij Zevenaar uit.
“De forten ten Westen van Utrecht zijn teruggevonden, maar van de meeste forten ten oosten van die stad weten we vrijwel alleen dat ze er moeten zijn geweest”, zegt Jasper de Bruin, conservator Nederland in de Romeinse tijd bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. “De wispelturigheid van de rivier heeft de meeste vondstlocaties in het oosten verspoeld. Daarom is het zo mooi dat onlangs via een eerste vondst het bestaan van Carvium ad molem daadwerkelijk kon worden aangetoond.”
Dat is het grotere verband van de limes (spreek uit: 'lie-mes', geen 'lijms'). Maar de tachtig bezoekers aan de theaterzaal van et Dorpshuis in Valkenburg zijn op 24 oktober niet naar de avond voor leden en niet-leden van Vereniging Oud Valkenburg gekomen om over Zevenaar te horen. Ze zijn zelfs niet gekomen voor de nabijgelegen Brittenburg – waarover talloze aanwijzingen bestaan dat deze diep onder het duinzand kan liggen. De bezoekers zijn in het Dorpshuis om meer te horen over Praetorium Agrippinae, Romeins Valkenburg.
Aanstekelijk enthousiasme
Vertroebelt beeld op Romeins Valkenburg
Wie zich knikkebollende Romeinse soldaten voorstelt die tweehonderd jaar lang op wachttorens zitten te wachten op Germaanse invallen, moet dit beeld bijstellen, vindt dr. Jasper de Bruin. Hij is conservator Nederland in de Romeinse tijd van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De visie op Romeins Valkenburg is volgens hem aan herziening toe. Hij ziet een militair logistiek knooppunt voor zich. Dat was onderdeel van een keten van forten ter bescherming van een hoofdaanvoerlijn voor militaire operaties: de Rijn.
Lees het hele artikel hier.
Het Duyfrak in de lift
De Vereniging Oud-Valkenburg houdt zich bezig met de geschiedenis van het dorp Valkenburg. Dat hoeft niet altijd te gaan over de tijd dat de Romeinen hier aanwezig waren, maar ook recentere historie wordt vastgelegd.
Het Duyfrak was voor Valkenburgers altijd het agrarische gebied ten zuiden van het dorp waar later ook de voetbal-velden werden aangelegd
Inmiddels is het een woonwijk waar circa 700 huizen zijn gebouwd, veelal bewoond door mensen die voorheen niet in Valkenburg woonden. Deze transformatie heeft in minder dan 15 jaar plaatsgevonden.
We vonden het daarom tijd voor een kleine expositie, die in beeld brengt hoe het Duyfrak er uitzag voordat het een woonwijk werd.
Het Torenmuseum aan het Castellumplein is beperkt in z’n ruimtes en daarom is voor deze expositie gekozen voor de lift. Het is geen grote expositie maar de foto’s zijn zeker het bekijken waard.
Elke zaterdag is de expositie tijdens de gebruikelijke openingstijden (13.00 – 16.00 uur) te bekijken.
Het Torenmuseum is ook geopend tijdens de Mart op woensdag 11 september van 10.00 tot 14.00 uur en tijdens de Open Monumentendag op zaterdag 14 september van 10.00 tot 16.00 uur.
Ir. G. Tjalma overleden
Dagelijks rijden er zo’n kleine 35.000 auto´s over de Ir. G. Tjalmaweg (N206) in Valkenburg. Ir. Tjalma naar wie de weg is vernoemd, is zondag 21 juli jongstleden overleden.
Ir. G. Tjalma was van 1972 tot 1987 directeur- hoofdingenieur van De Provinciale Waterstaat in Zuid/Holland. Van 1987 tot eind 1989 was hij directeur van de Dienst Verkeer en Vervoer in dezelfde provincie. Voordat hij bij de provincie Zuid/Holland in dienst kwam, werkte Tjalma voor het ingenieursbureau DHV in Suriname en Irak. In 1961 maakte hij de overstap naar de provincie Zuid-Holland, eerst de Provinciale Planologische Dienst en vanaf 1964 de Waterstaat.
Onder zijn verantwoordelijkheid kwamen onder andere de Rondweg om Dordrecht en de Kiltunnel in dezelfde gemeente, de aansluiting van het zuidelijk deel van de Haagse agglomeratie op het rijkswegennet en ”zijn eigen N206” in Valkenburg tot stand. Ook vond de eerste grote bodemsanering, in Lekkerkerk, plaats.